Jan Steen is in vele opzichten een duivelskunstenaar geweest.
Neem alleen al zijn produktie: van Steen zijn ruim achthonderd schilderijen bewaard gebleven.
Ook in zijn stijl toonde deze Leidenaar een zeer grote beweeglijkheid.
Er zijn maar weinig schilders te vinden die zich in hun leven zoveel stijlen en technieken eigen
maakten en die er desondanks in slaagden een geheel eigen karakter in elk van hun werken te leggen.
'Een huishouden van Jan Steen' is een uitdrukking geworden die wat denigrerend verwijst naar een
niet al te geordende wijze van bestaan.
De uitdrukking doet de schilder wel onrecht: niets in zijn levensloop wijst erop dat Steen niet een keurig
Hollands burger is geweest.
Ook zijn zelfportret wijst niet op een 'bohémien avant la lettre'; het toont ons eerder een wat strenge man
die over losbollen wel dezelfde afwijzende gedachte zal hebben gehad als zijn tijdsgenoten.
Wat Steen wel was, is de schilder van het dagelijks leven; van de samenleving van zijn tijd en van de
gebruiken zoals die in de zeventiende eeuw in zwang waren.
De 'strenge' Steen beeldde dit dagelijks leven niet alleen uit, hij leverde er in zijn schilderijen ook kritiek
op - en hij deed dat in de vorm van de satire, een van de scherpste wapens waarover een 'verslaggevend'
schilder beschikt.
In dit boek geeft drs. Lyckie de Vries in zoverre een nieuwe kijk op Jan Steen, dat hij vooral op die verborgen
bedoelingen in Steens schilderijen ingaat en daarbij tot nieuwe interpretaties komt die onze kennis over de
betekenis van deze schilder duidelijk verdiepen.
De Vries geeft hiermee een nieuwe impuls van de studie van Steen.
|